Oezbeekse arbeidsmigranten belanden via Oost-Europese sluiproutes in Nederland
Oezbeekse arbeidsmigranten worden gelokt met nepvacatures van Nederlandse bedrijven op Facebook en Telegram.
Het Oezbeekse restaurant Guzar in Warschau, een geliefde plek voor Oezbeekse arbeidsmigranten in Polen. Foto: Hester den Boer
Onlangs publiceerde Vrij Nederland ons verhaal ‘Werken in West-Europa, Eindpunt Uitbuiting’, gemaakt door Spit-lid Hester den Boer en collega Ingrid Gercama. Een onderzoek naar Centraal-Aziatische arbeidsmigranten die via Oost-Europese sluiproutes steeds vaker in Nederland terechtkomen. Hester den Boer vertelt hoe ze te werk zijn gegaan.
Wat trok jullie aandacht toen jullie over deze ontwikkeling hoorden?
“Tot de oorlog in Oekraïne waren Oezbeken en Centraal-Aziaten vooral werkzaam in Rusland. Maar sinds de oorlog zoeken ze hun heil steeds vaker in West-Europese landen. Soms lees je krantenberichten over Nederlandse hotels, of vakantieparken waar arbeidsmigranten illegaal verblijven, wij waren wel benieuwd naar de vraag: wie zijn deze mensen eigenlijk?”
Jullie besloten om naar Polen te gaan, waarom was dat nodig?
“Polen is een van de ‘schakellanden’ waar veel Oezbeken en Centraal-Aziaten Europa binnenkomen. In Polen werden, in ieder geval de afgelopen periode, vrij makkelijk werkvisa afgegeven aan mensen uit Oezbekistan. Zodra je als arbeidsmigrant eenmaal binnen het Schengengebied bent, kun je doorreizen naar een West-Europees land.
“In een Oezbeeks restaurant in Warschau hebben we veel migranten ontmoet, zij die hebben ons verteld over hun leven en hun toekomstplannen. Ze waren allemaal van plan om door te reizen naar West-Europa. Vaak waren het mensen die hadden gestudeerd; grafische vormgeving of natuurkunde. Ze werden gelokt met mooie beloftes dat ze in West-Europa goed geld zouden kunnen verdienen en hun talenten zouden kunnen ontwikkelen. Maar de reis bleek veel moeilijker dan ze hadden gedacht. De arbeidsmigranten die we spraken vertelden over discriminatie door werkgevers, over dat ze ander werk moesten doen dan hen beloofd was, over hun lange werkdagen en de slechte werkomstandigheden. Er was ook veel schaamte; ze durfden eigenlijk niet meer terug te keren naar hun familieleden, die vaak afhankelijk zijn van hun inkomsten.”
Hoe hebben jullie het onderzoek vervolgens aangepakt?
“We begonnen met wat oproepjes in een paar Facebookgroepen van Oezbeken in Nederland en een aantal Telegramgroepen waar vacatures van Nederlandse bedrijven, vaak in het Russisch, circuleren die gericht zijn op deze groep arbeidsmigranten. Het gaat om akkerbouwbedrijven, distributiecentra en bloemenkwekerijen. Het is alleen vaak de vraag of dit echte advertenties zijn; we hebben een aantal Nederlandse bedrijven benaderd, die binnen de groepen leken te adverteren, maar zij ontkenden hun betrokkenheid. Arbeidsmigranten weten soms zelf niet dat het om nepadvertenties gaat; zij worden door tussenpersonen gelokt met mooie beloftes, moeten geld betalen om ergens te kunnen werken, en verdwalen vervolgens in een wirwar van onbegrijpelijke regelgeving.”
Op Telegram circuleren vacatures voor werk in Nederland, vaak in het Russisch. Het gaat onder meer om de bloemensector. Foto: Ingrid Gercama
Wat moet er volgens jullie nu gebeuren?
“Er ligt vooral een grote verantwoordelijkheid bij de bedrijven. Zij moeten erop toezien dat de mensen die er werken de juiste papieren hebben. Het is de vraag of dit nu voldoende gebeurt. In Nederland wordt volgende week hoogstwaarschijnlijk ingestemd met strengere wetgeving door de Eerste Kamer, maar met alleen nationale wetgeving kom je er niet. Je zult ook de detacheringsconstructies moeten aanpakken, anders zie je dat er een ‘waterbed-effect’ ontstaat: zodra de wetgeving in een land strenger wordt, zoeken tussenpersonen naar een ander land waar het minder strikt geregeld is en blijft de stroom arbeidsmigranten uit het Centraal-Azië bestaan.”
Verdere graafwerkzaamheden:
De Nederlandse asielopvang staat al jarenlang in crisisstand. In een transnationaal project dat Onderzoekscollectief Spit opzette samen met onder meer Altreconomia in Italië, onderzochten we wie er profiteert van deze asielcrisis en de enorme hoeveel publiek geld die naar asielopvang en -detentie gaan. In Nederland zijn de noodopvangplekken gemiddeld twee keer zo duur als de reguliere opvang. Die hoge kosten zijn terug te zien in de jaarcijfers van het COA. Terwijl de instroom van het aantal asielzoekers sinds 2022 niet steeg, zijn de kosten voor opvang in twee jaar tijd ruim verdubbeld: van 1,6 miljard in 2022 tot 3,6 miljard in 2024. Lees hier ons verhaal op de site van EUobserver.
Spit-lid Bram Logger was te horen op Radio 1 naar aanleiding van zijn onderzoek naar de nauwe banden die er bestaan tussen makelaars en keurders. Veel van deze keurbedrijven nemen belangrijke aspecten als fundering en dak niet of slechts beperkt mee in hun rapport. Wie een woning koopt, kan zomaar tienduizenden euro’s kwijt zijn aan verborgen gebreken. Lees hier zijn onderzoek terug.
Tot zover deze update van Spit. Deel deze nieuwsbrief vooral met iedereen die hem interessant zou kunnen vinden. Spit is een coöperatie van freelance onderzoeksjournalisten. We zetten onze tanden in complexe dossiers en werken samen met allerlei media, van lokaal tot internationaal, en als het kan ook samen met burgers. Wil je ons steunen? Word dan onderdeel van onze groeiende achterban van donateurs!



